■ Alarmklok (menu 11-1)
U kunt instellen dat de telefoon op het gewenste tijdstip een
waarschuwingsignaal geeft.
Als het alarm was uitgeschakeld toen u deze functie activeerde, toetst u de
gewenste alarmtijd in uren en minuten in en drukt u op
(
OK
).
Als het alarm was ingeschakeld toen u deze functie activeerde, selecteert u
Aan
om de alarmtijd te wijzigen
Uit
om het alarm uit te schakelen.
Als het ingestelde tijdstip is bereikt
De telefoon geeft een waarschuwingssignaal met het volume dat is geselecteerd
voor
Beltoonvolume
(zie pagina
75
), de verlichting knippert en de tekst
Alarm!
wordt weergegeven. U kunt het waarschuwingsignaal met een willekeurige toets
uitschakelen.
Copyright
©
2003 Nokia. All rights reserved.
99
Als u de waarschuwingstoon een minuut lang laat klinken of op
(
Snooze
)
drukt, wordt het waarschuwingssignaal enkele minuten onderbroken en
vervolgens weer hervat.
Als het ingestelde tijdstip is aangebroken terwijl de telefoon is uitgeschakeld,
klinkt een waarschuwingssignaal. Als u op een andere toets dan
(
Snooze
)
drukt, wordt gevraagd of u de telefoon wilt activeren voor oproepen. Druk op
(
Ja
) om de telefoon te activeren of op
om de telefoon uitgeschakeld te laten.
Opmerking: Schakel de telefoon niet in als het gebruik van mobiele telefoons
verboden is of als dit storing of gevaar zou kunnen opleveren.