■ De batterij opladen
• Laad de batterij niet op als één of beide covers van de telefoon zijn verwijderd.
Zie ook
Informatie over de batterij
op pagina
111
.
1. Steek de stekker van de lader in de aansluiting op de
onderkant van de telefoon.
2. Sluit de lader aan op een gewone wandcontactdoos.
De indicatiebalk voor de batterij begint te schuiven.
• De telefoon kan tijdens het laden gewoon worden
gebruikt als deze is ingeschakeld.
Aa
n de sl
ag
26
Copyright
©
2003 Nokia. All rights reserved.
• Als de batterij geheel leeg is, kan het een aantal minuten duren voordat de
laadindicator wordt weergegeven.
• De laadtijd is afhankelijk van de gebruikte lader en batterij en van de
hoeveelheid resterende energie in de batterij. Bij gebruik van de lader ACP-
7 bijvoorbeeld, kan het opladen van de batterij die bij de telefoon wordt
geleverd, maximaal zes uur duren.
• Als de melding
Laadt niet op
wordt weergegeven, is het opladen
onderbroken. Wacht enige tijd, koppel de lader los en sluit deze opnieuw
aan. Probeer het nogmaals. Als de batterij nu nog niet wordt opgeladen,
neemt u contact op met uw leverancier.
3. Als de batterij volledig is opgeladen, stopt de indicatiebalk. Haal de stekker van
de lader uit de wandcontactdoos en maak de lader los van de telefoon.